-
Dag Jos,
Het sparsebundle bestand is wat ze een image (of generaliserend een dmg) noemen. De Naamloos volume op het bureaublad IS het sparsebundle imagebestand, maar dan geopend (wat ook wel mounted wordt genoemd).
Als analogie kun je het sparsebundle imagebestand zien als een externe harddisk of ssd die je aansluit op je Mac. Deze worden na het aansluiten ook getoond op je bureaublad (mits dit staat ingesteld in de Finder voorkeuren). Het sparsebundle imagebestand is dus een virtuele externe schijf, welke geopend als Naamloos op het bureaublad tevoorschijn komt. Geopende imagebestanden zijn grijs omdat ze virtueel zijn. Het imagebestand is dus een virtuele harddisk. Een echte externe harddisk of ssd komt standaard als een geel icoontje op je bureaublad.
Zoals ik aangeef in de cursus, kopieer je een fcp Library naar de virtuele schijf Naamloos. Daarna sluit of unmount je Naamloos (oftewel je sluit het imagebestand af). Ik was een beetje lui en had in de cursus eigenlijk ook echt de fcp library naar Naamloos moeten kopiëren, maar dat zou even geduurd hebben omdat deze best groot is. Ook had ik in Schijfhulpprogramma Naamloos eigenlijk in een goede naam moeten veranderen. Wellicht zou het dan nog iets duidelijker zijn geweest.
Zodra de virtuele schijf oftewel het imagebestand gesloten is, kun je deze naar je NAS of server kopiëren. Zo blijft jouw fcp library onaangetast. Dit hele proces en het beschermen van je fcp library, kan je natuurlijk ook doen door de fcp library te comprimeren in een zip-bestand. Alleen kun je vanuit een zip-bestand de library niet openen. Je moet dan altijd eerst het zip-bestand ‘uitpakken’.
Hopelijk geeft deze uitleg wat meer duidelijkheid.
